Om de toepasbaarheid van de tool te verzekeren werden belanghebbenden van bij het begin van het project betrokken. Dit gebeurde in een aantal workshops (‘stakeholderprocessen’). In een eerste stakeholderproces werden 10 duurzaamheidsthema’s bepaald. Vervolgens werd voor elk van de thema’s een aantal indicatoren ontwikkeld. In totaal werden 14 indicatoren ontwikkeld, waarvan er momenteel 11 worden gebruikt bij de berekening van de duurzaamheidsscore per vaartuig.
De duurzaamheidsscores worden berekend op basis van logboekparameters zoals het type vistuig, het vangstgebied, de vangstsamenstelling en de vangstdatum. Vissers zijn wettelijk verplicht om tijdens elke visreis hun vangstgegevens bij te houden in het elektronisch logboek (e-catch). De gegevens worden gecontroleerd door de Vlaamse overheid en vervolgens doorgestuurd naar de Europese Commissie.
De visreisdata worden opgevraagd uit het elektronisch logboek en dienen als input voor de indicatorformules die door het ILVO werden ontwikkeld. De vistripdata bepalen dus de scores van de indicatoren. Voor de berekening van de sociale en economische indicatoren is bijkomende data nodig, bijvoorbeeld uit het boekhoudkundig uittreksel (data van de Nationale Bank).Duurzaamheidsscores worden overzichtelijk weergegeven in een VALDUVIS-ster. De VALDUVIS-ster is opgedeeld in de drie pijlers van duurzaamheid met elk een eigen kleur (groen-, blauw- en geeltinten). Onder elk van de drie pijlers worden de 14 indicatoren en hun scores weergegeven in de vorm van een taartpunt. Hoe groter de taartpunt, hoe beter de score, gaande van 0 tot 100.
Momenteel bestaat de duurzaamheidsster uit 11 indicatoren en worden de indicatoren discards, kwetsbaarheid en visserijdruk niet opgenomen.